Doorgaan naar hoofdcontent

Milaan

Nankin, Merlots kleine broer, zit al sinds 17 september op Erasmus in Milaan. En omdat zijn mama Myrtille, stiefpapa Fandango, grote broer Merlot en ikzelf hem eenvoudigweg niet langer dan enkele weken kunnen missen, stapten wij alle vier zo’n anderhalve maand later ook op het vliegtuig met de Italiaanse modehoofdstad als bestemming.

Blanche, een vriendin, vertelde me enkele weken voor ons vertrek dat Milaan maar best de eerste stad kan zijn die je bezoekt in Italië. Als je eerder al een andere Italiaanse stad hebt gezien, zo zei ze, is Milaan een beetje een teleurstelling. Ik hechte er niet veel geloof aan. Ik bedoel, ik was geïnformeerd. Eat, Prey, Love, Letters to Juliet, Under the Tuscan Sun, ik had ze allemaal gezien. En de films zijn het er allemaal over eens: Italië is een land vol zon, rust, idyllische landschappen, lekker licht eten en vooral massa’s pasta!

Toen ik op 1 november 2012 voor de allereerste keer een voet, gehuld in een fashionable bot, aan grond zette in de Italiaanse laars, was de avond al gevallen. Na een warme welkomstknuffel van Nankin was ik klaar om dit eerste stukje van het land vol met m’n lievelingseten te ontdekken… Over het weer en de idyllische landschappen zou ik, gezien het relatief late uur, nog niet meteen een oordeel kunnen vellen. Voor eten daarentegen is het nooit te laat…(*)

Oké, echt waar, hoe het komt dat de Italianen zo mager zijn, ik begrijp het (nog) niet! Wat je als ontbijt aangeboden krijgt, zijn koffiekoeken, croissants, donuts en een heel assortiment aan cakes en taarten. Al krijg je bijna overal naast suiker ook iets Canderel-achtig bij de lekkerste cappuccino’s die ik ooit heb gedronken. Ze maken er al die geraffineerde suikers waaraan ik ’s morgens moet weerstaan niet mee goed, maar ik kan ook niet zeggen dat ze niet proberen.


Het tweede wat me verbaasde, is dat het veel zeldzamer is dan je zou denken om een menukaart in je handen te krijgen waar pasta op staat. De pizza’s daarentegen slingeren ze naar je hoofd. Al moet het gezegd: de Italiaanse pizza’s zijn belachelijk lekker en luchtig. Neem het aan van iemand die nooit pizza zou bestellen als er ook iets anders op de kaart staat en een pizza normaal al na vijf happen beu is.

Twee pizza’s heb ik gegeten in Italië: een Pizza Quattro Stagioni – met tomatensaus, mozzarella, artisjokken, zwarte olijven, paddenstoelen en prosciutto – en een Pizza Parmigiana – met tomatensaus, gegrilde aubergine, mozzarella en Parmezaanse kaas, echt een onvoorstelbaar lekkere combinatie. Met mijn eerste echte Italiaanse pizza proefde ik meteen ook voor het eerst artisjokken en mijn tweede pizza herinnerde me eraan dat ik dringend eens Parmigiana di Melanzane moet maken.


Naast artisjokken is er nog een groente die ik voor de allereerste keer heb gegeten in Italië: venkel. Ik mag dat niet kopen van Merlot wegens ‘te anijsachtig’. Tot nog toe vond ik dat niet zo erg, aangezien anijs ook niet mijn favoriete smaak is. Maar, zo leerde ik in Milaan, venkel is lekker! De anijssmaak vond ik echt nog maar heel vaag terug. Ik at het wel in rauwe vorm. Geen idee hoe het zit als je de venkel… kookt, bakt, stooft? (Wat doe je eigenlijk met venkel?) In ieder geval: ik maakte het na m’n eerste hap meteen mijn missie om een gerecht te vinden waardoor Merlot net zoveel van venkel leert houden als ik blijkbaar doe…(**) De gemarineerde venkel, vergezeld van gerookte zalm, sla, olijfolie en citroensap (ingenieus eenvoudig!) kon me zelfs even doen vergeten dat er weer geen pasta op m’n bord lag…

In het eerste restaurant waar wij gingen eten waar wel pasta op de kaart stond, was het enkel terug te vinden bij de voorgerechten. Aangezien ik wel wat honger had, maar niet zo veel om een voor- en een hoofdgerecht aan te kunnen, besloot ik toch iets te kiezen dat bij de hoofdgerechten stond: tagliata di branzino. Soms maak ik stomme beslissingen. Een halfuurtje later leerde ik dat tagliata di branzino sla met stukjes zeebaars op betekent. Heel lekker en puur, maar ook wel heel sober en weinig. Toen ik mijn bord zag, begreep ik plots veel beter het bord met het ‘pastavoorgerecht’ dat ik eventjes daarvoor aan de tafel naast ons had zien verschijnen. In Italië heeft een voorgerecht sterallures en is een hoofdgerecht zo bescheiden als een voorgerecht hoort te zijn.

Aangezien een beetje sla en een beetje vis mij die avond niet konden bekoren, bestelde ik daarna nog iets wat dat altijd kan: chocolade. Onder de vorm van tartufo nero deze keer. Lekker, maar in tegenstelling tot de pizza’s had ik hiervan al wel betere varianten geproefd in België. Ik moet het eens afleren om van buitenlandse chocolade te verwachten wat ik van Belgische chocolade gewend ben.

Vanaf toen begon onze onuitgesproken Quest For Pasta. Ik bedoel, ik kon Italië toch niet verlaten zonder Italiaanse pasta te hebben geproefd? Tijdens de laatste maaltijd van de laatste dag in mijn eerste Italiaanse stad was het eindelijk zover. Al vergde het ongeveer een halve dag voorbereiding. We lazen de uitleg bij alle restaurants in onze reisgids, doorkruisten de stad om voor een gesloten restaurant te staan, vroegen raad in ons hotel, ploeterden door de regen, de kou en het donker. And then there was pasta… Oké, er was eerst gegratineerde uiensoep. Maar dan was er pasta. Als voorgerecht. Zogezegd.




Het eten was dus niet exact hoe ik het had verwacht en ook de zon, rust en idyllische landschappen die de films mij hadden beloofd, vond ik in Milaan niet meteen terug. Oké, het gebrek aan zon kan ik moeilijk op Milaan steken. Daar zat de maand november wellicht meer voor iets tussen. En wat die andere twee betreft. Milaan is gewoon Antwerpen in het nog veel groter. Alle straten zijn als de Meir. Alle dagen als een zaterdagnamiddag. Je gaat naar Milaan om te shoppen, te shoppen, te shoppen en af en toe een pizza te eten. Als ik mij een beetje had voorbereid, had ik dat geweten.



Nu ja, Milaan had misschien niet wat ik dacht dat Italië altijd had. Maar het had Nankin. En deze supermooie halsketting.


(*) Oké, dat geloof ik niet echt. Totaal niet zelfs. Maar ik had een overgang nodig, hé.
(**) Suggesties zijn welkom, want seriously, koken, bakken, stoven, geen idee!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Kalkoenstoofvlees met kriekbier

Dit maakte ik met kerst bij m’n mama, maar ik vergat het simpelweg te bloggen. Aangezien volgende week de Vasten beginnen (wat voor mij betekent: Dagen Zonder Vlees), krijg je het receptje nu nog van mij. Je hebt nog een week de tijd om dit te maken. Ren maar snel naar de winkel, want het is de moeite! Stoofvlees maak je meestal niet voor twee, hé. Dit recept is voor een hele pot, genoeg voor zes personen. Of voor meerdere dagen met minder personen. Wat heb je nodig (6 personen)? 1,2 kg kalkoenstoofvlees 6 rode uien 6 teentjes knoflook 3 el lichte cassonade ( Kinnekessuiker .) 6 el rode wijnazijn 4 el maïzena 2 x 25 cl kriekbier 500 ml kippenbouillon 3 sneetjes peperkoek Mosterd 3 takjes verse tijm 3 blaadjes verse of gedroogde laurier Stoofvleeskruiden Peper & zout Bakboter Wat moet je doen? 1. Smelt een klont bakboter in een stoofpot en bak er het kalkoenstoofvlees in aan. Zorg ervoor dat het vlees niet op elkaar ligt, anders stooft het in

Kerstrecept: Varkenshaasje met druivensaus

Koken in een andere keuken dan de mijne, ik doe dat niet zo graag. Je weet niets staan. Je kan je eigen vertrouwde gerief niet gebruiken. En het ergst van al: je moet koken op een vreemd vuur. Soms heb je echter geen keuze. Op kerstavond bij de familie van je lief bijvoorbeeld. Normaal ben ik zen in de keuken, maar het kerstmaal – nu ja, het kersthoofdgerecht – voor zeven man bereiden op een vreemd vuur, dat bezorgt mij toch een beetje zenuwen. Zeker als het zo’n vuur is zonder vuur, een inductiekookplaat. *insert evil music* Ik zie graag een vlam. Ik heb voeling met een vlam. Ik weet precies hoe groot mijn vlam moet zijn om witloof te stoven. Bijvoorbeeld. Wat ik echter niet weet, is welke nummer ik daarvoor moet kiezen. Het witloof dat mijn kerstgerecht vergezelde, was dan ook niet hoe ik het wilde hebben. Ik hou van stronkjes die intact blijven, mooi gekarameliseerd zijn en hier en daar een bruin kleurtje hebben. Zeker op kerstavond. Maar Merlot zegt dat ik moet stoppen

Review kookboek Gino’s Pasta – Gino D’Acampo

Wanneer deze review online komt, zit ik nog onder de zuiderse zon te genieten van het beste wat Italië te bieden heeft. Daarom vond ik het wel toepasselijk om deze keer mijn favoriete Italiaanse kookboek te reviewen. Een boek vol pasta’s, mijn nummer één favoriete gerecht! Ik kocht Gino’s Pasta in 2011 op de Boekenbeurs. Toen ik het toonde aan vrienden en familie dachten ze allemaal dat ik het voor de looks van de schrijver had gekocht. Heel eerlijk? Neen! Hij doet mij zelfs niets eens iets. Ik vermeld dit er maar bij zodat je weet dat mijn lovende woorden helemaal niets met den Gino te maken hebben. Dit is gewoon één van die zeldzame kookboeken waaruit je letterlijk àlles zou willen maken. Indeling & inhoud Zoals wel meer kookboeken, begint ook dit met een korte inleiding van de auteur. Daarna volgen enkele bladzijden geschreven door voedingsdeskundige Juliette Kellow. Zij legt uit waarom pasta best past binnen een evenwichtig eetpatroon. Veel mensen hebben schri